What a Shame oefende in de kelder van de Zuiderkerk aan de Ceintuurbaan in Bussum. In die kelder was in 1965 ook het eerste optreden, als vergoeding voor de huur van het oefenlokaal. De Bussumse beatgroep bestond uit leerlingen van het Goois Lyceum.
Bezetting
Bob Suurhoff | zang (overl.) |
Nico Luttik | gitaar |
Geertjan Praal | basgitaar |
Michiel Praal | drums |

De oude Dynacord-versterker die Nico op de kop had getikt, viel regelmatig uit. Op de door een schoolvriend gebouwde versterker van Geertjan kon men bij oostenwind de radio horen. De basluidspreker (Echolette?) werd overgenomen van een countrybandje in Baarn. Nico bouwde daar een kast omheen. Ook de zangzuilen waren eigen fabrikaat van de band.

(Utrechtse Poort, Naarden)

De apparatuur werd meestal vervoerd in de R16 van vader Praal. De bandleden zelf verplaatsten zich eerst nog met brommers en later in een Trabant. Zij gingen allemaal naar dezelfde kapper in de Kapelstraat in Bussum om hun haar te laten ”bijknippen”. Carl Gerkens, de eerste manager, werd vervangen door Herbert Wattendorff.





Het optreden in het AMVJ-gebouw in Blaricum staat in het geheugen van de bandleden gegrift. Tijdens een drumsolo in het nummer My Generation zakten zij collectief door het podium. Het publiek vond het prachtig en dacht dat het allemaal zo hoorde. De gebeurtenis bezorgde de band veel bekendheid in het Gooi.


Een bijzondere ervaring voor What a Shame was ook het optreden op een schoolavond van de Prinses Irene Mulo. De band werd aangekondigd als het kwartet o.l.v. Nico Luttik. Tot overmaat van ramp vroeg een lid van de oudercommissie of er niet ook een wals gespeeld kon worden. Dat werd met ongelukkige gezichten van alle bandleden braaf geprobeerd! De beatgroep speelde een valse wals. Die nacht overleed de directeur van de school. Was het optreden hem te veel geworden? What a Shame is wel naar de begrafenis geweest.

Bob Suurhoff verliet als eerste de band. Leo van Dooren was zijn vervanger. Bob werd zanger bij The Reflections. Niet veel later vertrok Nico Luttik. Timo Hoven volgde hem op als gitarist bij de groep. Het ging steeds beter met de band en er werden versterkers gekocht bij Herman van Keeken in Hilversum. De naam was al eerder gewijzigd in Names & Faces.