De grote nozem

Vanwege zijn uiterlijk waren alle kinderen uit de buurt een beetje bang voor hem. Aan het eind van de middag flitste hij op zijn fiets voorbij en stoven de spelende jongetjes en meisjes uiteen. Hij was veel ouder en groter dan wij en hij had een kuif waar Elvis jaloers op kon zijn. Altijd ging hij geheel in het zwart gekleed en hij droeg dag en nacht een zonnebril. Ondanks dat wij hem altijd netjes groetten, zei hij nooit iets terug. Een beetje eng dus, zo’n zwijgzame figuur. Onder elkaar noemden wij hem, vanwege zijn opvallende, in onze jeugdige ogen nogal ruige verschijning, respectvol de grote nozem. In die tijd raakte ik bevriend met een knul van mijn leeftijd die een paar huizen verderop woonde, hij bleek de jongere broer te zijn van de grote nozem! Als enige 11-jarige jongens tussen bijna alleen maar oudere Gooische buurmeisjes waren we min of meer tot elkaar veroordeeld. Op vrije middagen speelden we regelmatig bij elkaar. Bij de buurjongen was het interessanter dan bij ons thuis, want de grote nozem had een pick-up en een platencollectie die onder andere uit werk van Cliff & The Shadows bestond. Achter in zijn kledingkast stond een nep- of showgitaar, een keurig gefiguurzaagd Fendermodel zonder snaren, waarmee de grote nozem iets deed in een band! En dat al in 1962!! Voor de spiegel stonden zijn broertje en ik The Young Ones en Do You Want To Dance te mimen en deden we Hank B. Marvin na. De buurjongen was Cliff, hij had op de lagere school al Engels en ik was Hank B., want ik had op de lagere school al een bril. De overgang van raggen op een badmintonracket voor de spiegel naar het op de grond kronkelen met de fake gitaar van de grote nozem was de eerste grote stap in mijn muzikale ‘carrière’, zéér spannend en enerverend! De buurjongen was volgens mij ook een beetje bang voor zijn grotere nozembroer, dus zorgden wij er voor dat na onze playbacksessies alles weer netjes op zijn oorspronkelijke plaats kwam te staan. Singeltjes in de hoezen en de uitgezaagde plank weer achter in de kast. Ondanks dat ik de grote nozem nooit iets heb horen zeggen, moet hij toch hebben kunnen praten. Na 47 jaar kwam ik er via het internet achter dat Jan Eshuis ooit ZANGER was bij The Toilers.                                                                                                                                        Jelle Visser (mei, 2009)